Archief
Graa Boomsma - Niemand is waterdicht / De biografie van Bert Schierbeek
Herbert Mouwen heeft zich verdiept in de biografie van Bert Schierbeek. ‘Niemand is waterdicht’ van Graa Boomsma: ‘Over de vorm waarin Bert Schierbeek zijn teksten giet, is veel te zeggen. Aan de ontwikkeling van die vorm van experimenteel proza naar zuivere, directe poëzie is te zien dat hij zich uiteindelijk ontwikkelt tot een pure dichter. Het boek is vlot geschreven, deskundig geannoteerd en zeer verzorgd uitgegeven, met een goed oog voor aantrekkelijke details en de bijzondere positie van de Vijftigers als literair fenomeen.’
Nieuwsbrief 33 / 5 september
Een wandeling bederft de toekomst niet
Columnist Jan Loogman over het ritme van een wandeling, de zon onderweg of de regen, een pauze, de inhoud van een rugzak, het gezelschap, de weg en steeds weer komt poëzie in flarden naar boven zoals wolken die zich wit verheffen langs een blauwe hemel. Het spoor soms bijster, dan de een voorop, dan de ander, een individueel genoegen of een collectief geluk.
Publieksbelediging
Het is iets wat je in het domein van de kunst vaker tegenkomt: dat de artiest zich superieur voelt ten opzichte van zijn publiek. De vrije, creatieve geest die uittorent boven de bekrompen, bezadigde mens. Rogier de Jong komt in deze column uit bij Peter Handke (1942) die zijn publiek nauwer bij het toneel wilde betrekken.
Frans Kuipers - de Lach van de Sfinx
Ivan Sacharov is een bewonderaar van Frans Kuipers, hij bespreekt ‘de Lach van de Sfinx’: ‘Bij sommige dichters waait de wind uit een duidelijke hoek. Frans Kuipers is daar een voorbeeld van. Geprikkeld door een niet aflatende nieuwsgierigheid en verwondering schrijft hij al minstens 10 bundels lang (ik heb ze niet allemaal gelezen, maar zijn stijl is zó herkenbaar dat ik wel aandurf dit te beweren) over de natuur en over de natuur van de mens.'
De Wet van de Afnemende Meeropbrengst
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vierendertigste gesprek, met recensent Marc Eyck. "Zo lang als hij zich kan herinneren is hij bezig met spiritualiteit en religie, daaruit ontstond ook de behoefte het moeilijk zegbare met weinig woorden tot uitdrukking te brengen. Een zekere behoefte aan klaarheid en zuiverheid die hem als dichter en mens bepaalt."
Karel Wasch - Toen dichters over engelen droomden
Geert Zomer bespreekt de bundel ‘Toen dichters over engelen droomden’ van Karel Wasch: ‘’Wasch neemt de lezer mee in zijn gedroomde werkelijkheid. Deze werkelijkheid is niet altijd even prettig. Het geluk, dat ons het meest herinnert aan ons bestaan in de hemel, lijkt soms verloren. ‘Mijn engel’, waarover de dichter schrijft is zijn wezenlijke zelf en de dichter leeft in zijn eigen geschapen droom.’’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (8)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend.
Het achtste antwoord komt van Mirthe Smeets.
Job Degenaar - Bijeengezwegen
De eerste recensie van Jeanine Hoedemakers, zij bespreekt de bundel ‘Bijeengezwegen’ van Job Degenaar: 'Ik heb de gedichten met veel plezier gelezen. Inspirerend vind ik ze en meerdere keren heb ik gedacht dat een ultrakort gedicht vanzelf een iets langer gedicht wordt. De taal van de interpretatie vult vrijwel elk gedicht aan. Hoe bereidwilliger de lezer, des te meer valt er te vinden in de korte verzen van Degenaar.'
Nieuwsbrief 32 / 29 augustus
Over Nederlands en streektalen (3)
Wat zijn de verschillen tussen het Nederlands en een streektaal? In drie delen zal dichter Willem Tjebbe Oostenbrink ingaan op bepaalde ontwikkelingen in het Nederlands en zijn eigen Westerkwartiers (West-Gronings). Dit derde deel gaat over de werkwoorden 'zullen' en 'gaan'. Soms zie je woorden die in de streektaal gebruikt worden maar in het Nederlands verouderd zijn.
Ruud Offermans
Aan de hand van Ruud Offermans liep de redactie langs Belgische dorpjes en genoot. De eenvoudige poëzie, zo zonder opsmuk, zonder een woord teveel, werd het edelmetaal onder onze inzendingen. Natuurlijk bleef er iemand halverwege steken, een ander wilde terstond verhuizen. Maar de belofte van lente in de herfst, dat er iets is dat bij ons blijft, bracht ons verder.
Hans van der Veen - Weemoedig voorwaarts / Wehmut und so weiter
Hans Franse is lyrisch over de Duitse vertalingen van de gedichten van Lévi Weemoedt door Hans van der Veen in de bundel ‘Weemoedig voorwaarts, Wehmut und so weiter’. Hij vindt het prachtige vertalingen: ‘Ik heb genoten van de bundel, kan hem aanraden aan ieder die van romantiek houdt, van melancholie en verstopt gevoel, van taalvirtuositeit met kleine absurde trekjes. En vooral voor hen die van mooi, zacht Duits houden.’
"Dat een schilderij of een gedicht dé waarheid zou kunnen bevatten is een illusie."
Dichter Inge Boulonois wordt door kunst geïnspireerd. “Schilderijen vormen als het ware documenten van het verstrijken van de tijd. Ze roepen tegelijk tot stilte op en dat ervaar ik als heel aangenaam.” Ze leert ons kijken en misschien ook wel schrijven. “Het mooie van beide disciplines is dat ze uitnodigen tot concentratie”. In haar beeldgedichten ook de haar kenmerkende subtiele humor.
Babs Gons - doe het toch maar
Herbert Mouwen vindt dat de bundel ‘doe het toch maar’ van Babs Gons behoort tot de beste bundels die de laatste jaren zijn verschenen.
‘Gons is een dichter met een sterke eigen identiteit die zich een persoonlijk doel gesteld heeft en dit helder verwoordt. Als dichter stelt Gons zaken aan de orde zonder expliciet moralistisch te zijn. Ze is een idealistische dichter met oog voor haar eigen maatschappelijke positionering en met een grote sociale betrokkenheid.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (7)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend.
Het zevende antwoord komt van Tijs van Bragt.
Hans Dekkers - Sparagmos
Met de titel ‘Sparagmos’ verwijst Hans Dekkers ‘naar het mythische ritueel waarin dieren of mensen ter ere van Dionysos in een roes uiteen worden gescheurd. Het is een herkenbare metafoor, denk bijvoorbeeld aan hooligans die elkaar uitzinnig te lijf gaan ter ere van hun voetbalgoden. Een recensie van Hans Puper.
Nieuwsbrief 31 / 22 augustus
Concrete poëzie
Een concreet schilderij bestaat uit niet meer dan vorm, kleur en compositie. Het is wat het is; verwijzingen naar een realiteit buiten het schilderij zijn er niet; het zoeken naar verborgen betekenissen is zinloos. Ook concrete poëzie beperkt zich tot de essentie: klank, klankverhouding en klankcontrast; de semantiek is afwezig. Een opmerkelijk concreet dichter was Greta Monach (1928-2018).
Auke Leistra
Op het eerste gezicht heel eenvoudig geformuleerd, deze poëzie van Auke Leistra, maar als je zulke sterke beelden kan oproepen mag dat van ons. Sterven als onder water schreeuwen om een haai op afstand te houden, dat komt binnen. Zo ook de eigen melancholie, het kind-zijn, en het omschrijven van een wet, ‘als iemand dichterbij kwam, werd de afstand groter’.
Willem Thies - Mijn zoon hij zegt
De kleurrijke omslag van de nieuwste bundel van Willem Thies ‘Mijn zoon hij zegt’ is gemaakt door de elfjarige zoon van de dichter. Paul Roelofsen bespreekt de bundel: ‘Dit jongetje, de titel van de bundel suggereert dat ook al, speelt in deze openhartige bundel een prominente rol. Naast deze poëzie valt er nog meer te genieten. Thies schrijft op verschillende manieren buitengewoon boeiende poëzie.’
Borduurnaald in je hart
Ondanks verscheen bij uitgeverij Poëziecentrum de eerste in het Nederlands vertaalde bundel met gedichten van de Chinese auteur Jidi Majia. De titel maakt meteen al nieuwsgierig: 'Ik schrijf gedichten omdat ik een toeval ben.' Sander de Vaan sprak met Silvia Marijnissen, die Majia’s gedichten voor dit boek selecteerde en vertaalde.
Barney Agerbeek - Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde
Maurice Broere heeft genoten van ‘Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde’ van Barney Agerbeek: ‘In het eerste deel het bijna koortsachtige relaas van de geschiedenis van Polen, het lijkt haastig geschreven, omdat het gezegd moest worden nu het nog kan. Dan de rust die in het tweede deel neerdaalt. Agerbeek produceert verzen van een ogenschijnlijke vluchtigheid, maar een oplettende lezer weet daar wel doorheen te kijken en de schoonheid te smaken.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (6)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend.
Het zesde antwoord komt van Marc Bruynseraede.