Archief
Kinderen zijn hinderen
‘Kinderen zijn hinderen’. Een diep doorvoeld onderwijsdrama van Hans Puper.
Marit Kapla – Osebol
Hans Puper over ‘Osebol’, reportages in poëzievorm van de Zweedse Marit Kapla: ‘’De ontvolking van het platteland is een welhaast universeel verschijnsel en dat had een document van belang op kunnen opleveren als Kaplan minder discreet had durven zijn, als ze had doorgevraagd. Nu bestaat ‘Osebol’ voor het overgrote uit gekeuvel dat je overal kunt horen als mensen tijd overhebben, in het openbaar vervoer bijvoorbeeld. Dat is een beetje karig voor zo’n lijvig boek.’’
Nieuwsbrief 24 / 13 juni
Sassebas
Hij stelt zich voor als Sassebas, De Dakloze dichter. ‘Ik heet Karel’ vertel ik ‘en ik dicht ook.” Een warme column met een intense ontmoeting in een onzichtbaar netwerk van mensen, een dichte deur, een huilbui, een tante met dementie, Jack Kerouac en een eindregel uit het vers van de Dakloze dichter: "Als het leven onbetaalbaar is zijn wij allen rijk."
Gwyn Bouwman
Lichtvoetig, met humor en verbeelding, een beetje absurd soms en licht chaotisch komt de poëzie van Gwyn Bouwman verrassend binnen. Interessant binnenrijm dat heel subtiel doet fronsen, huppelende fascinatie voor details die anderen gewoon ontgaan, nergens geforceerd maar vol levenslust en belofte. Wij weten wel wie hier de Casanova is.
Judith Omtzigt - Taboe
In de debuutbundel ‘Taboe’ van Judith Omtzigt ontdekt recensent Paul Roelofsen prachtige, geserreerde verzen: ‘Wat in alle gedichten opvalt, is de puurheid ervan: nauwelijks adjectieven, geen ingewikkelde zinsconstructies en een sobere interpunctie. Ze is een perfectionist, ze weegt elk woord en construeert met grote precisie haar gedichten, wat nieuwsgierig maakt naar wat er zou ontstaan als ze de teugels zou laten vieren.'
"Ik denk dat elke tekstvorm zijn eigen voordeel en kwaliteiten heeft."
Elianne van Elderen won de derde prijs in De Gedichtenwedstrijd. ‘Geen inzending’, zei de jury van haar gedicht, ‘vatte beter de tijdgeest.’ Ze begon te schrijven op Tumblr, de drempel lag op het internet lager. Ze houdt van verhalende of plotgedreven gedichten met lange volzinnen, personages en een nostalgische thematiek, vaak over een dorp, kinderen en jeugdvriendschappen. ‘Iedereen - ook zonder een schrijfopleiding - zou kunnen schrijven’.
Herbert Mouwen - De tuinen en het licht
Volgens Hettie Marzak maken de gedichten uit de eerste afdeling van ‘De tuinen en het licht’ van Herbert Mouwen een afstandelijke indruk, doen geen poging om te appelleren aan een emotie of identificatie. ‘De gedichten in de volgende afdelingen zijn positiever en ook interessanter, omdat ze complexer zijn wat metaforen betreft en zich ook meer bezighouden met innerlijke zaken dan met alleen wat je ziet.’
Peter de Volder
Dichter Peter de Volder hoopt dat zijn gedichten iets vertellen over ‘onze tijd, de mens, de binnenkant van de mens’. Maar ‘ontregelen’ wil hij ook. Op humoristische wijze, ‘frunnikend’, ‘in flarden vaag verwijzend naar mezelf’. Ontroerend ook, dat ‘als kind geloof je alles, treinen die stilstaan, vliegende paarden, je spiegelbeeld in helder water, en het rotsvaste beeld dat alles zo blijft.’
Herman Leenders - Het huis van de dichter
Een bespreking over ‘Het huis van de dichter’ van Herman Leenders. Carl De Strycker zegt in zijn voorbeschouwing: ‘Herman Leenders, thuisgekomen in de poëzie’. Dat ziet Wim Platvoet toch anders: ‘Wanneer ik deze bundel lees, bekruipt mij echter het gevoel dat Herman Leenders zich nergens thuis voelt, noch in zijn poëzie, noch bij zichzelf.’
Nieuwsbrief 23 / 6 juni
Moedermaand mei
Mei is voorbij, de Mariamaand waarin de moeder van de acht zussen, twee broers en Jan Loogman jarig was. Ook na haar dood komen ze op haar verjaardag bij elkaar, bij voorkeur in het café in haar geboortedorp. Onze columnist citeert Guido Gezelle maar denkt aan een regel van Achterberg terwijl hij zich afvraagt of kinderen uit grote gezinnen geen gedichten schrijven over hun moeder?
Saskia van Leendert
Wat ons maakt tot wie we zijn. Zijn we niets meer dan een gelukkig toeval of worden we geboren als mogelijkheid? Zijn we in staat los te breken van de sporen die we meedragen? En kun je van dit alles gedichten maken? Saskia van Leendert doet het in haar nieuwste bundel waar wij alvast iets uit mogen delen.
Charles Ducal - De koers van de eeuw
Kamiel Choi vindt ‘De koers van de eeuw’ van Charles Ducal een gezapig panopticon van het verval, gracieus geformuleerd door een ervaren meester. ‘Naar mijn smaak is deze poëzie te braaf voor de zware thema’s die zij behandelt. De vormvastheid van de keurige strofen en het bevallige rijm komt archaïsch en gekunsteld over. Waar de bundel af en toe sterk wordt prikt Ducal met absurdisme en obsceniteit het ballonnetje van de gezapigheid lek.’
"hamsterwielen voor een dystopie"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het drieëndertigste gesprek, met Martijn Benders waarin de scherpe criticus terugdenkt aan zijn ‘leermeester’ Carlos Castaneda die de dichter als tovenaar zag met het vermogen om magische momenten te beschrijven en vatten. Van ‘wereldjes’ en ‘uitvreters’ naar ‘dominees’ en ‘overheid’, ‘valse entiteiten’ en ‘een open klimaat’ en met dat kangoeroe-gedicht van Rodenko.
Thomas Möhlmann - Dankbaar lichaam
De nieuwste bundel van Thomas Möhlmann, ‘Dankbaar lichaam’, overtuigt volgens recensent Peter Vermaat niet, ook al is het ‘een bundel over Liefde met een grote L in Taal met een grote T door een Dichter met een grote D.’ Volgens Vermaat is het belangrijkste bezwaar tegen deze bundel dat hij lijdt aan overcompositie. ‘Het wordt een plaatje waarin je, wanneer je de verborgen vorm eenmaal ontdekt hebt, nooit meer iets anders zult kunnen zien.’
Een kerkhof
Naast de Testaccio, achter de piramide van Caius Cestiu’, bij de Porta San Paolo, aan de vroegere buitenrand van Rome, ligt een van de mooiste kerkhoven die Hans Franse kent. De tragiek van de romantiek beïnvloedt hem. Het beeld van een vrouw voor het graf en hoe ze weg loopt, zo definitief weg, overmand door verdriet dat ze eigenlijk niet kon plaatsen.
Stijn Praet - Lieve Ganymedes
Herbert Mouwen is onder de indruk van Stijn Praet (1986) die in ‘Lieve Ganymedes’ homo-erotische gedichten uit de middeleeuwen vertaald en bewerkt heeft in deze verzamelbundel. ‘’Voor lezers die kennis van het Latijn hebben, maar ook voor liefhebbers van Nederlandstalige poëzie is ‘Lieve Ganymedes’ een kritische teksteditie die de moeite van het lezen en bestuderen waard is.’’
Nieuwsbrief 22 / 30 mei
Vrijheid als kunstwerk
Rogier de Jong ziet een Nationaal Monument voor zich, gemaakt van rode stempotloden. “Wat een krachtige en prachtige uiting zou dat zijn van het kunstwerk van onze vrijheid. Tien miljoen rode stempotloden bijeengebracht in één Nationaal Monument – wie daar onbewogen bij blijft, heeft een balk in zijn oog.” Als hij beeldend kunstenaar was, wist hij het wel, maar ja, hij is dichter!
Steven Van Der Heyden
De mens in verhouding tot de natuur, de schade die wordt toegebracht en het veranderende ecosysteem terwijl de dieren (gieren) toekijken zonder in te grijpen, die beelden spreken aan. Steven Van Der Heyden is een geëngageerd dichter die zich zorgen maakt over het klimaat en de toekomst en ons wijst op onze verantwoordelijkheid. “Oude genezers met koppige idealen”.
Inge Boulonois - Voor waar genomen
Met ‘Voor waar genomen’ heeft Inge Boulonois een fraaie bundel afgeleverd waarin zij met verve de grens verkent tussen schilderkunst en poëzie, volgens Geert Zomer. ‘Het beeld heeft de taal wakker gekust. In haar meest geslaagde gedichten vervaagt deze grens: poëzie en beeld worden zichzelf en elkaar tegelijk. Chapeau!’
Zo eenvoudig kan winnen zijn
De interviewer Truus Roeygens zit tegenover Sascha Beernaert. Hij werd enkele weken geleden met zijn gedicht ‘Mummie’ tot winnaar uitgeroepen van De Gedichtenwedstrijd 2020. Na een klim van zes jaar bereikt hij eindelijk de top van de berg. In het interview vertelt Sascha Beernaert over wat hij tijdens de beklimming zoal heeft meemaakt en over hoe hij de aankomst heeft ervaren.
Jozef Deleu – geluiden voor de laatste dag
Maurice Broere bespreekt 'geluiden voor de laatste dag' van Jozef Deleu: 'Deze mini-sonnetten hebben een aforistisch karakter en zetten de lezer aan tot nadenken over het leven en de dood. Deleu is een doorgewinterde dichter en laat je genieten van mooie taal.'