Archief
Herlinda Vekemans - Appelblauwzeegroen
Ivan Sacharov bespreekt de nieuwste bundel van Herlinda Vekemans met de intrigerende titel ‘Appelblauwzeegroen’ en gaat op zoek naar de betekenis ervan. Hoe brengen we deze kleur thuis? De vraag ‘wie zijn wij’ staat centraal ‘De dichter heeft een verfijnde geest. Ze heeft oog voor details, het minutieuze, maar ook voor het gigantisch grote. Een gave. Het maakt haar poëzie zeer bijzonder, geeft er een aparte smaak aan.’
Peter Verhelst met alle geweld werelddichter
Peter Verhelst in een gesprek met Marc Tiefenthal: 'Ik schrijf beelden en laat die bewegen. Ik laat ze spreken en tegenspreken’. Ik ken meer schilders, fotografen, muzikanten en dansers dan dichters. Uitzondering is Stefan Hertmans. Voor mij een groot dichter en een vriend.’
Tsead Bruinja – Ynbêde/Ingebed
Maurice Broere heft genoten van ‘Ynbêde/Ingebed’ de nieuwste bundel van Tsead Bruinja: ‘Een bijzonder mooie bundel met een gevarieerde inhoud: natuur met name het Friese landschap, vriendschap opgetekend aan de hand van ontmoetingen met twee oude mannen en natuurlijk liefde die verdwijnt en ontstaat. Gedichten zonder vaste strofe-indeling, gelijke regellengte en eindrijm, maar die klinken als een klok met een inspirerende inhoud, die je op een prettige manier aan het denken zet.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (43)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het drieënveertigste antwoord komt van Margreet Schouwenaar..
Peter Theunynck - Hoogliederen
Kamiel Choi bespreekt 'Hoogliederen', de bundel van Peter Theunynck: 'De gedichten zijn helder maar, op een enkele uitzondering na, niet vernieuwend. Sommige gedichten zijn heel treffend, andere lijken overbodig. De bundel heeft een encyclopedische pretentie en lijkt een compleet overzicht te willen geven van de liefde. In die zin lijkt hij, net als volgens velen de liefde zelf, te streven naar volmaaktheid. Maar wat blijft zijn een paar mooie poëtische beelden die je bij grondig doorbladeren van deze bundel kunnen overvallen.'
Nieuwsbrief 18 / 1 mei
Spijt
Een politieke bijdrage van onze columnist Jan Loogman waarin ook minder tijdsgebonden teksten opvallen met als inhoud spijt, berouw en excuses en de maatschappelijke context ervan. Van Sigrid Kaag naar Philip Roth, van Sebastiene Postma naar Montaigne, om uit te komen bij Czeslaw Milosz. Voor de zondaar is 'een nieuwe lente, een nieuw geluid' niet uitgesloten.
De favorieten van Rogier de Jong
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Rogier de Jong zijn drie lievelingsgedichten. Hij koos voor werk van de dichters Hans Verhagen, Rutger Kopland en Maria Barnas.
Emma van Hooff - Placebomens
Emma van Hooff kan recensent Peter Vermaat niet behagen met haar debuutbundel ‘Placebomens’. Vermaat maakt zich (opnieuw) druk over een teveel aan niets zeggend en niets suggererend parlando: ''Van Hooff blijkt namelijk te lijden aan de moderne ziekte in de poëzie, waarbij het vooral gaat om de 'kunst van het verzinsel' in plaats van de taal waarin deze wordt beschreven.'' En: ‘Er is een overmaat aan fantasie, een aaneenrijging van liefst groteske tot fantasmagorische scènes, die quasi uit de losse pols op het papier worden gezet.’
"Als ik schrijf sta ik het dichtst bij mezelf."
Joris Iven gaat de confrontatie aan met iets dat diep in hemzelf zit, iets dat hij een beetje wil begrijpen omdat het zo bepalend is. 'Het besef dat elke minuut die we leven tegelijk onze eerste en onze laatste minuut is, en dat we in elke minuut geborgenheid moeten zoeken. Dat dit waarschijnlijk de opdracht in ons leven is.'
Erik Bindervoet - Gij zult niet bloemlezen!
Recensent Wim Platvoet vindt ‘Gij zult niet bloemlezen! – Een keuze uit de poëzie van Louis Lehmann’ van Erik Bindervoet een prachtig vormgegeven bundel met een ruime keuze van gedichten uit een rijk en actief dichtersleven. En hoewel de bloemlezer ook de nodige aandacht opeist, zijn ‘de gedichten van Lehmann erg toegankelijk, en meestal plezierig om te lezen. Het is prettig om te grasduinen in deze bundel, je te laten verrassen door Lehmanns poëtische kijk op de wereld en op zijn eigen leven.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (42)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het tweeënveertigste antwoord komt van Tom Willems.
Koenraad Goudeseune – Nagelaten gedichten
Twee jaar na zijn dood is daar de bundel ‘Nagelaten gedichten’ van Koenraad Goudeseune. Herbert Mouwen verdiepte zich in de dichter en zijn zwanenzang: ‘’Woelwater, recalcitrante auteur, gefrustreerde dichter die snakte naar erkenning, onmogelijke man, dwarsligger, verschoppeling, ‘rara avis in een onverschillige wereld’. Wanneer je je verdiept in de levensloop van de dichter en schrijver Koenraad Goudeseune (1965-2020), dan kom je deze negatieve kwalificaties bij de critici tegen. Terecht? Het leidt in ieder geval af van het lezen van zijn gedichten.’’
Nieuwsbrief 17 / 24 april
‘ik wou het heelemaal zeggen – / Maar ik kan het toch niet zeggen.’
Er wordt de laatste paar jaar weer opvallend veel gesproken en geschreven over ‘het onzegbare’ en wel op een manier of het om iets vanzelfsprekends gaat. Meestal wordt het in verband gebracht met metafysica, maar je kunt er ook op een aardser manier naar kijken: onzegbaarheid wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de ontoereikendheid van de taal, iets wat we ook in het dagelijks leven ervaren. De column van Hans Puper.
Klaartje Van Camp
Met een andere blik naar dagelijkse dingen kijken en ze dan zo speels, fantasievol en bijna surrealistisch op te schrijven en dat nu al, dat belooft veel voor de jonge dichter Klaartje Van Camp. En voor ons, haar citerend, ‘jij…..eindelijk’ roepend als zij daar klopt, belt, aan krast. “Nu nog even lopen. Stop aan de marineblauwe deur. Inhaleer diep.” Zij is het.
Anne van Amstel - Trapezista
‘Trapezista’, de nieuwe bundel van Anne van Amstel, heeft een trapezewerkster als hoofdpersoon. Hans Puper: ‘De bundel is hecht gecomponeerd en Van Amstel laat op een overtuigende manier het algemene in het bijzondere zien: de behoefte aan liefde en de angst afgewezen te worden als je dat uit.’ De stijl ondersteunt de onrust en jachtigheid van de hoofdpersoon, onder andere door het gevarieerde ritme dat de dichter oproept met klemtonen, alliteratie en binnenrijm.
"Reflectie bevordert kwaliteit."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeënveertigste gesprek, met Jos van Hest. Over de populaire serie Readymades, de ‘gewone’ anonieme teksten die je overal kunt vinden en waar beginnende, gevorderde en gevestigde dichters veel van kunnen leren. Het schrijven met een knipoog en het eerste gedicht dat hij hoorde: Iene miene mutte.
Kees van Meel - Liefde Strijd Dood
‘Liefde Strijd Dood’ van Kees van Meel is een mooi verzorgde bundel. Maurice Broere hierover: ‘Liefde, strijd en dood zijn de drie thema’s die een hoofdrol spelen in een mensenleven. Zeker als we strijd wat ruimer zien dan vechten, maar meer als struggle for life. Op het eerste gezicht is de combinatie wel wat zwaar, maar Van Meel gaat er vrij luchthartig mee om. De bundel is zeker geen pleidooi voor memento mori, mede door de humoristische en karikaturale pentekeningen van Jos Thomassen.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (41)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het eenenveertigste antwoord komt van Frans A. Brocatus.
Cees Nooteboom - Vos
‘Vos’ de nieuwste bundel van Cees Nooteboom wordt besproken door Johan Reijmerink: ‘Nooteboom mijmert over het overleden zijn van vrienden, collega-dichters, een enkel familielid, en indirect ook over zijn eigen naderende dood. De voorbereiding op het niets, de leegte, de grote stilte, het non-existente ego tekent zich opnieuw in deze bundel af. In een aantal gedichten schuift zijn ziel als onpersoonlijk bewustzijn zich over zijn denkende geest.’
Nieuwsbrief 16 / 17 april
Het wrak
‘Het Wrak’ is de titel van een gedicht dat Hans Franse opeens weer terugvond, een lied over het spelevaren in het meertje onder de maan en de zinkende boot. Het staat in een bloemlezing van Willem van Iependaal die meer kon dan schrijven over Polletje Piekhaar en Lord Zeepsop. De flauwe grappen daarover doen onze columnist terugdenken aan zijn studententijd en dichtprobeersels.
Klassieker 260: Bart Moeyaert – Eeuwigheid
Rogier de Jong bespreekt 'Eeuwigheid' van de Vlaamse dichter Bart Moeyaert (°1964). Een gedicht over de liefde en over eeuwigheid als leugen - of toch niet? Want het lichaam is een geheugen dat alles verzamelt
