Archief
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (11)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het elfde antwoord komt van Inge Boulonois.
Florence Tonk - Half heel
In de bundel ‘Half heel’ probeert dichter Florence Tonk te schuilen in het kleine, volgens Hettie Marzak. ‘’Daartoe keert ze in zichzelf, haar naaste omgeving en vooral haar moestuin waar haar ‘vluchthut’ staat, waar ze contact kan maken met de aarde en met wat echt is. Dat is niet altijd eenvoudig, want ook daar stelt de buitenwereld haar eisen: familie blijft aan je trekken en er moet ook gewerkt worden voor het levensonderhoud.’’
Nieuwsbrief 35 / 19 september
Een Italiaan in Nederland
Voor Italianen is het boek ‘Olanda’ van Edmondo de Amcis uit 1874 bepalend voor de interesse in Nederland. De Amcis vaart met een stoomboot door de Zeeuwse wateren naar Rotterdam, bezoekt Amsterdam, geniet van Den Haag maar vindt de Scheveningers: ..het meest originele en poëtische volk van Nederland. Hans Franse citeert hem: “In Holland sterft de zon…en de koelste mens zou zich zo een afscheidsgroet laten ontglippen?”
Klassieker 253: H.H. ter Balkt – Aan Oswald von Wolkenstein
‘Door het ochtendgrauw licht het fijne azuur op’, zong Oswald von Wolkenstein eeuwen geleden. De Nederlandse dichter H.H. ter Balkt (1938 - 2015), altijd gek op obscure historische wetenswaardigheden, schreef in zijn volstrekt unieke en herkenbare stijl een heerlijke ode aan deze Duitse minnezanger en wereldreiziger avant la lettre. René Leverink is onze vakkundige gids.
Anouk Smies - De drang om niemand af te maken
De nieuwste bundel van Anouk Smies ‘de drang om niemand af te maken’, is volgens Wim Platvoet een poëtische verwoording van relevante maatschappelijke thema’s: ‘Zijn ze als gedichten zelf betrokken bij de thema’s die ze behandelen - of overheerst de poëtische verwerking. Ik weet het niet. Misschien zijn de gedichten iets te afstandelijk, terwijl de onderwerpen schreeuwen om woede.’
"Zonder poëzie zou mijn leven zoveel armer zijn."
Eindelijk kan Hedwig Du Jardin zoveel tijd en aandacht besteden aan haar poëzie als zij wil. Dat maakt ons en haar gelukkig. Haar gedichten raken persoonlijk, ‘gelouterde uitspraken die een waarheid achterhalen’. Ze bevatten niet alleen herinneringen of ervaringen maar wijzen ook op de klimaatproblematiek, het ouder worden en het leven van alledag. Poëzie als vorm van bezinning en verdieping.
Pol Bracke - Er is geen plan
Marc Eyck ontdekt in de tweede bundel van Pol Bracke, ‘Er is geen plan’, melancholische gedichten zonder overbodige woorden. ‘Kracht krijgen de gedichten door het gebruik van binnenrijm en taalgebruik die nooit als gekunsteld overkomen. Bovenal toont de dichter zich een melancholicus met een duister randje.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (10)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het tiende antwoord komt van Jan Loogman.
M.H.H. Benders - Traktaat van de zon
Peter Vermaat over ‘Traktaat van de zon’, de verzamelde gedichten van M.H.H. Benders: ‘De recente bundels, evenals het ongehinderd Benderse nawoord van het Traktaat, tonen bladzij na bladzij vooral de dwarsschrijver, de tegenwerker die Benders is, of in elk geval wil tonen te zijn. Literair gesproken lijkt Benders op een dood spoor te zitten, waarbij wat Benders schrijft steeds uitsluitender relevant blijkt voor Benders zelf. Hij sijpelt als het ware weg door zijn eigen gootsteen.’
Nieuwsbrief 34 / 12 september
Wonderen
Karel Wasch over de onverwachte kanten in het karakter van de mens; in iedere boef schuilt een gevoelig mens, hoopt hij. Aan de hand van Dylan Thomas en zijn gedicht 'Do not go gentle into that good night' en de rouwteksten van een paar criminelen vraagt hij zich af of zij zacht geworden zijn vanbinnen, was de laatste wens een ode aan verzet tegen de dood?
Linguïstische veren
Voor dichters en andere taalfetisjisten is de ontwaarding van de geletterdheid een gruwel. Communicatie wordt geïnfantiliseerd en ‘verstript’ tot een soort fonetische basistaal met hybride afkortingen en lachebekjes uit het tienerdomein. Rogier de Jong over ‘moeilijke taal als wapenstok van de elite’. Taal is een levend organisme dat door de eeuwen heen verandert. En dat is maar goed ook.
Mark van Tongele - Roeivlucht
Hans Puper vindt dat ‘Roeivlucht’, de nieuwe bundel van Mark van Tongele, aanvoelt ‘als een aangename, hernieuwde kennismaking. Je raakt opnieuw in de ban van zijn lichtheid, die de duisternis even moet doen vergeten en de woordenschat waaruit hij put.’ En bij het scheppen van lichtheid speelt klank een zeer belangrijke rol.
‘The end is where we start from, a circle’
In zijn eerste interview gaat Christophe Ywaska in gesprek met dichter Geert Jan Beeckman. Over diens dichtbundel ‘Woestijnzucht’, over ons bestaan, de roadtrip door de innerlijke wereld, zintuiglijke voelsprieten, hoe hij kunst een stem geeft zonder zelf aanwezig te lijken, zijn muzieksmaak en de volledige immersie als overeenkomst, weg uit de realiteit, het leven als een wrede grap en hoe iedereen wordt wie hij al is.
Eric Schneider - Waar weg weg is en stilte stiller nog
Bekend toneelspeler en acteur Eric Schneider debuteert op zijn 86ste met de bundel ‘Waar weg weg is en stilte stiller nog’. Hettie Marzak hierover: ‘De dichter heeft zijn hart binnenstebuiten gekeerd en zichzelf daarbij niet gespaard. Het is de nietsontziende oprechtheid die deze gedichten indrukwekkend maakt. De maskers van het toneel zijn afgerukt en het naakte gezicht van de dichter kijkt ons aan.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (9)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het negende antwoord komt van Hans Puper.
Graa Boomsma - Niemand is waterdicht / De biografie van Bert Schierbeek
Herbert Mouwen heeft zich verdiept in de biografie van Bert Schierbeek. ‘Niemand is waterdicht’ van Graa Boomsma: ‘Over de vorm waarin Bert Schierbeek zijn teksten giet, is veel te zeggen. Aan de ontwikkeling van die vorm van experimenteel proza naar zuivere, directe poëzie is te zien dat hij zich uiteindelijk ontwikkelt tot een pure dichter. Het boek is vlot geschreven, deskundig geannoteerd en zeer verzorgd uitgegeven, met een goed oog voor aantrekkelijke details en de bijzondere positie van de Vijftigers als literair fenomeen.’
Nieuwsbrief 33 / 5 september
Een wandeling bederft de toekomst niet
Columnist Jan Loogman over het ritme van een wandeling, de zon onderweg of de regen, een pauze, de inhoud van een rugzak, het gezelschap, de weg en steeds weer komt poëzie in flarden naar boven zoals wolken die zich wit verheffen langs een blauwe hemel. Het spoor soms bijster, dan de een voorop, dan de ander, een individueel genoegen of een collectief geluk.
Publieksbelediging
Het is iets wat je in het domein van de kunst vaker tegenkomt: dat de artiest zich superieur voelt ten opzichte van zijn publiek. De vrije, creatieve geest die uittorent boven de bekrompen, bezadigde mens. Rogier de Jong komt in deze column uit bij Peter Handke (1942) die zijn publiek nauwer bij het toneel wilde betrekken.
Frans Kuipers - de Lach van de Sfinx
Ivan Sacharov is een bewonderaar van Frans Kuipers, hij bespreekt ‘de Lach van de Sfinx’: ‘Bij sommige dichters waait de wind uit een duidelijke hoek. Frans Kuipers is daar een voorbeeld van. Geprikkeld door een niet aflatende nieuwsgierigheid en verwondering schrijft hij al minstens 10 bundels lang (ik heb ze niet allemaal gelezen, maar zijn stijl is zó herkenbaar dat ik wel aandurf dit te beweren) over de natuur en over de natuur van de mens.'
De Wet van de Afnemende Meeropbrengst
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vierendertigste gesprek, met recensent Marc Eyck. "Zo lang als hij zich kan herinneren is hij bezig met spiritualiteit en religie, daaruit ontstond ook de behoefte het moeilijk zegbare met weinig woorden tot uitdrukking te brengen. Een zekere behoefte aan klaarheid en zuiverheid die hem als dichter en mens bepaalt."
Karel Wasch - Toen dichters over engelen droomden
Geert Zomer bespreekt de bundel ‘Toen dichters over engelen droomden’ van Karel Wasch: ‘’Wasch neemt de lezer mee in zijn gedroomde werkelijkheid. Deze werkelijkheid is niet altijd even prettig. Het geluk, dat ons het meest herinnert aan ons bestaan in de hemel, lijkt soms verloren. ‘Mijn engel’, waarover de dichter schrijft is zijn wezenlijke zelf en de dichter leeft in zijn eigen geschapen droom.’’