LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

"Dat een schilderij of een gedicht dé waarheid zou kunnen bevatten is een illusie."
"Dat een schilderij of een gedicht dé waarheid zou kunnen bevatten is een illusie."
Dichter Inge Boulonois wordt door kunst geïnspireerd. “Schilderijen vormen als het ware documenten van het verstrijken van de tijd. Ze roepen tegelijk tot stilte op en dat ervaar ik als heel aangenaam.” Ze leert ons kijken en misschien ook wel schrijven. “Het mooie van beide disciplines is dat ze uitnodigen tot concentratie”. In haar beeldgedichten ook de haar kenmerkende subtiele humor.  
Babs Gons - doe het toch maar
Babs Gons - doe het toch maar
Herbert Mouwen vindt dat de bundel ‘doe het toch maar’ van Babs Gons behoort tot de beste bundels die de laatste jaren zijn verschenen. ‘Gons is een dichter met een sterke eigen identiteit die zich een persoonlijk doel gesteld heeft en dit helder verwoordt. Als dichter stelt Gons zaken aan de orde zonder expliciet moralistisch te zijn. Ze is een idealistische dichter met oog voor haar eigen maatschappelijke positionering en met een grote sociale betrokkenheid.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (7)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (7)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zevende antwoord komt van Tijs van Bragt.
Hans Dekkers -  Sparagmos
Hans Dekkers - Sparagmos
Met de titel ‘Sparagmos’ verwijst Hans Dekkers ‘naar het mythische ritueel waarin dieren of mensen ter ere van Dionysos in een roes uiteen worden gescheurd. Het is een herkenbare metafoor, denk bijvoorbeeld aan hooligans die elkaar uitzinnig te lijf gaan ter ere van hun voetbalgoden. Een recensie van Hans Puper.
Nieuwsbrief 31 / 22 augustus
Nieuwsbrief 31 / 22 augustus
Concrete poëzie
Concrete poëzie
Een concreet schilderij bestaat uit niet meer dan vorm, kleur en compositie. Het is wat het is; verwijzingen naar een realiteit buiten het schilderij zijn er niet; het zoeken naar verborgen betekenissen is zinloos. Ook concrete poëzie beperkt zich tot de essentie: klank, klankverhouding en klankcontrast; de semantiek is afwezig. Een opmerkelijk concreet dichter was Greta Monach (1928-2018).
Auke Leistra
Auke Leistra
Op het eerste gezicht heel eenvoudig geformuleerd, deze poëzie van Auke Leistra, maar als je zulke sterke beelden kan oproepen mag dat van ons. Sterven als onder water schreeuwen om een haai op afstand te houden, dat komt binnen. Zo ook de eigen melancholie, het kind-zijn, en het omschrijven van een wet, ‘als iemand dichterbij kwam, werd de afstand groter’.
Willem Thies - Mijn zoon hij zegt
Willem Thies - Mijn zoon hij zegt
De kleurrijke omslag van de nieuwste bundel van Willem Thies ‘Mijn zoon hij zegt’ is gemaakt door de elfjarige zoon van de dichter. Paul Roelofsen bespreekt de bundel: ‘Dit jongetje, de titel van de bundel suggereert dat ook al, speelt in deze openhartige bundel een prominente rol. Naast deze poëzie valt er nog meer te genieten. Thies schrijft op verschillende manieren buitengewoon boeiende poëzie.’
Borduurnaald in je hart
Borduurnaald in je hart
Ondanks verscheen bij uitgeverij Poëziecentrum de eerste in het Nederlands vertaalde bundel met gedichten van de Chinese auteur Jidi Majia. De titel maakt meteen al nieuwsgierig: 'Ik schrijf gedichten omdat ik een toeval ben.' Sander de Vaan sprak met Silvia Marijnissen, die Majia’s gedichten voor dit boek selecteerde en vertaalde.
Barney Agerbeek - Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde
Barney Agerbeek - Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde
Maurice Broere heeft genoten van ‘Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde’ van Barney Agerbeek: ‘In het eerste deel het bijna koortsachtige relaas van de geschiedenis van Polen, het lijkt haastig geschreven, omdat het gezegd moest worden nu het nog kan. Dan de rust die in het tweede deel neerdaalt. Agerbeek produceert verzen van een ogenschijnlijke vluchtigheid, maar een oplettende lezer weet daar wel doorheen te kijken en de schoonheid te smaken.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (6)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (6)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zesde antwoord komt van Marc Bruynseraede.
Jo Gisekin - De luwte van het geheugen
Jo Gisekin - De luwte van het geheugen
Jo Gisekin (1942) heeft al meer dan tien dichtbundels op haar naam staan en is meermaals gelauwerd. Haar laatste bundel heet ‘De luwte van het geheugen’. Hettie Marzak hierover: ‘Gisekin laat zich vaak inspireren door andere vormen van kunst; deze bundel vormt daar geen uitzondering op. De enjambementen zijn doeltreffend en nauwkeurig, de observatie volmaakt in woorden omgezet. Hier is een dichter aan het werk die haar vak verstaat.’
Zomerstop
Zomerstop
De zomerstop van Meander is van 26 juli tot 16 augustus. We wensen u een heerlijke zomer!
Nieuwsbrief 30 / 25 juli
Nieuwsbrief 30 / 25 juli
Het vertalen van poëzie
Het vertalen van poëzie
Het vertalen van poëzie wordt vaak zeer moeilijk genoemd en soms zelfs onmogelijk. De Amerikaanse dichter Robert Frost schreef: ‘Poetry is what is lost in translation.’ Er zijn vertalers bij wie dat niet op lijkt te gaan. Pleuke Boyce is een van hen.
Bart Hoevenaars
Bart Hoevenaars
Bart Hoevenaars combineert woorden en klanken en doet dat origineel en beeldend. Hoe mooi is de strofe, ‘Een windvlaag, haren in mijn ogen, nijlgans, meeuw en / zonglans via water in de bomen: zo heel nu /en dan leef ik nog tussen meetmomenten door.’ Glimlachend maar ook schrijnend is ‘maak tot slot de volgende zin af: Die van het leven.’
Mischa Andriessen - Het Drogsyndicaat
Mischa Andriessen - Het Drogsyndicaat
Wim Platvoet had hoge verwachtingen van ‘Het Drogsyndicaat’ van Micha Andriessen: ‘De omslag van de bundel is prachtig en de flaptekst suggereert dat we hier met een in meerdere opzichten interessante en relevante bundel te maken hebben, maar zoals Bo Diddley zingt; ‘You can't judge a book by the cover’. Hij voelt zich als lezer niet serieus genomen en dus bedrogen.
"Ik zou graag eens een handtekening op een buik willen zetten."
"Ik zou graag eens een handtekening op een buik willen zetten."
Winnaar van de C. Buddingh’-prijs Wout Waanders wil graag werk maken dat midden in de wereld staat. “Dan moet ik me daar ook in mijn schrijverschap begeven”. Hij heeft “genoeg geëxperimenteerd om te voelen dat deze soort speelsheid me wel past nu” en schrijft graag voor mensen die bij gedichten het idee hebben dat ze ‘het niet snappen’.
Jo Govaerts – Ik dans me weer bijeen / Verzamelde Gedichten
Jo Govaerts – Ik dans me weer bijeen / Verzamelde Gedichten
Deze ‘Verzamelde Gedichten’ uit de bundel ‘Ik dans mij weer bijeen’ van Jo Govaerts zijn puur en sober, het is rijpe poëzie om veel tijd voor te nemen, zegt Kamiel Choi. ’Soms ligt het gevaar van candlelightpoëzie op de loer, maar genoeg van deze gedichten weten voor zichzelf een bescheiden eeuwigheid te creëren door middel van een raadselachtige laag, waarin vorm en inhoud lijken te versmelten en de betekenis aan een intuïtie in ons lezers appelleert die aan de taal voorbijgaat.'
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (5)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (5)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vijfde antwoord komt van Hans Franse.
Astrid & Jana Arns - In welke vrouw ik leef
Astrid & Jana Arns - In welke vrouw ik leef
De duobundel ‘In welke vrouw ik leef’ van Astrid en Jana Arns is een zeer persoonlijke bundel van moeder en dochter. Ze doen niet voor elkaar onder in deze bundel, volgens Janine Jongsma. ‘Beide dichters schrijven van nature poëtisch en hanteren hun eigen stijl. Het bedachtzame van Astrid steekt mooi af bij de directe stijl van Jana. De onderwerpen zijn zwaar, maar de bundel zelf is dat niet door de originele mails die licht van toon zijn en tussen de gedichten in staan.’
Nieuwsbrief 29 / 18 juli
Nieuwsbrief 29 / 18 juli
Dichter aan de Donau,1976
Dichter aan de Donau,1976
Een columnist heeft soms heel andere taken, zo moet Hans Franse vandaag moeite doen de dichter Lucien Trichaud veilig in zijn hotel te krijgen. Het werd de goede man allemaal iets te veel, ‘de poëzie van het bloeiende romantische leven, misschien een herinnering aan het meisje met de zwavelstokjes of een plots verlangen naar rozenverkopers langs de Boulevevards in Parijs’.
Paul Meeuws
Paul Meeuws
Dichter Paul Meeuws onderscheidt zich met prachtige beelden in zijn vloeiende landschapspoëzie. ‘De jaargetijden stapelen zich in ons op’, ‘Jongzijn groeide met ons mee als een verlaten nest’, zo herkent ieder mens zich en relativeert zijn bestaan. Zijn we niet als bomen? ‘Al moeten de wortels verzonnen, zomers bedongen, de takken woedend doorschud’, we zetten ons schrap tegen het eeuwige vallen.