LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Cilja Zuyderwyk – Hondsdagen
Cilja Zuyderwyk – Hondsdagen
De bundel ‘Hondsdagen’ van Cilja Zuyderwyk staat bol van verschillende weersomstandigheden, familie en dieren. Paul Roelofsen: ‘De hondsdagen staan voor de warmste periode van het jaar, ongeveer van 20 juli tot 20 augustus, en de bundel is doortrokken van deze warmte, niet alleen in meteorologische zin maar ook waar het de sfeer van de poëzie betreft. Geen wereldschokkende poëzie, wel vaak aangrijpend.’
"Het woord is krachtig, maar niet almachtig"
"Het woord is krachtig, maar niet almachtig"
Klaas Jager noemt zichzelf nog een dolende dichter in de zin dat wat hij schrijft altijd enigermate in strijd is met wat hij in volledige vrijheid van geest zou kunnen en willen schrijven. Hij verkiest afstand om gelaagdheid en verdieping te creëren. "Overigens is het een charmant idee dat ons doen en laten berust op het universele bestel van imperfectie."
Jeanine Hoedemakers - Applaus
Jeanine Hoedemakers - Applaus
Maurice Broere bespreekt de bundel ‘Applaus Haiku en tanka’ van Jeanine Hoedemakers: ‘In deze bundel lijkt het soms alsof de Japanse gedichtjes strofes zijn en een groter geheel vormen compleet met titel. Dan is er met enige moeite, maar dat is heel gebruikelijk bij het lezen van gedichten, een rode draad te ontdekken. Opvallend in de bundel zijn de paradoxen en de veelheid aan thema’s. Ik heb genoten van de observaties die aansprekende gedachten oproepen.’
Hans Franse
Hans Franse
De eerste gedichten van de herfst, zo noemde Hans Franse zijn nieuwste gedichten, de reeks Vino Novello. Zoals de eerste wijn van het nieuwe wijnjaar kunnen de gedichten zich eventueel nog ontwikkelen. Poëzie is ook werken en toch trakteren we ons alvast op zijn melancholische en intieme regels. Deze tijd maakt weemoedig maar we delen hem; dat scheelt.
Martijn den Ouden - Ruimtedagen
Martijn den Ouden - Ruimtedagen
De bundel ‘Ruimtedagen’ van Martijn den Ouden boeide Ivan Sacharov eigenlijk niet tot het kwartje viel: “De ‘schepping’ die beschreven wordt lijkt vooral betrekking te hebben op wat er tijdens het lezen van poëzie gebeurt! Het begin, vertelt ons het eerste gedicht van de bundel, is niet woest of leeg, maar ‘een onvoorstelbaar zware doos van onbepaalde afmetingen waarin alles besloten ligt’. En inderdaad: is poëzie, wanneer we beginnen met lezen, niet ook zo op te vatten? ‘’
Nieuwsbrief 46 / 13 december
Nieuwsbrief 46 / 13 december
Literaire stengun
Literaire stengun
De column van Karel Wasch doet denken aan een sappig 'boulevardverhaal'. Ruzies die uitmonden in schietpartijen, ontrouw in moord, gevecht in opname. Er zijn blauw geslagen ogen, stukgegooide glazen en dampende pistolen maar ook eenzame, vieze zolderkamers, levenslange depressies en heel veel drank. Een reeks van incidenten trekt aan ons voorbij met onverwachte ontknopingen en uiteindelijk genade.
Twan Vet
Twan Vet
Evenwichtig en eenvoudig en met geen woord teveel presenteert Twan Vet zich opnieuw verrassend sterk. Hij beheerst eindrijm en soms voorspelbaarheid zonder pathetisch te worden. We zien hem in kasten kruipen en grotemensenbedden en hopen dat hij alles terugvindt wat hij kwijtraakte. En zo niet, dan zijn we meteen bereid mee te zoeken.
Atze van Wieren - Swannesang
Atze van Wieren - Swannesang
‘Swannesang’ van Atze van Wieren is een tweetalige bloemlezing waarvan de vertaling van Klaas Bruinsma in het Fries door de dichter zo respectabel wordt gevonden dat de titel van de bundel in het Fries wordt geschreven, volgens Paul Roelofsen. ‘’Het betekent in het Nederlands zwanenzang, dat is wel duidelijk, maar slaat niet op de gedichten van Van Wieren maar op de vertalingen daarvan door de ‘Meester van Talen’ Klaas Bruinsma die kort hierop in 2018 overleed.''
"Wanneer de inspiratie er is moet je aan de slag."
"Wanneer de inspiratie er is moet je aan de slag."
Dichter, beeldend kunstenaar en verzamelaar Bert Bevers is een bevlogen, gedreven man. Poëzie is voor hem de op een na hoogste kunstvorm, na muziek. “Ze kan ontroeren, ze kan je blik op de werkelijkheid net een tikje wijzigen, ze kan je inspireren, ze kan je troosten.” Maar wat hem betreft hoeft ze niet per se iets te betékenen.
Wout Waanders - Parkplan
Wout Waanders - Parkplan
De bundel ‘Parkplan’ van Wout Waanders is een weldoordacht en knap debuut: ‘Het idee om een bundel neer te zetten als een attractiepark is origineel bedacht en zeker gelukt wat mij betreft. Maar het zijn de gedichten zelf die de grootse attractie vormen en zo hoort het ook in een dichtbundel. De kracht van Waanders is dat hij de lezer ontregelt met surrealisme, absurdisme en het toepassen van de paradox in hedendaags taalgebruik.’ Een longread van Janine Jongsma.
Edwin de Groot
Edwin de Groot
Trefzekere gedichten van Edwin de Groot, poëzie van alle nodeloze opsmuk ontdaan en met verrassende, op het oog onschuldig lijkende, beelden, werk met een bepaalde hardheid en duidelijke mening, een dichter die zijn maatschappelijke standpunten effectief weet te verwoorden. Met prachtig lopende zinnen als “over de akkers waait paars als dun geblazen oorlogsglas een windje aan”.
Hans Tentije - Nergens anders
Hans Tentije - Nergens anders
De bundel ‘Nergens anders’ van Hans Tentije gaat over wat er zich afspeelt op de grens tussen binnen- en buitenwereld, onder invloed van het verstrijken van de tijd. Kamiel Choi: ‘Ik heb een aantal gedichten met plezier gelezen, maar vond de pointes vaak wat overbodig en afleiden van de mooie, ingetogen beschrijvingen die de vitale kern van deze poëzie vormen. Bij het herlezen van de bundel dringt de kwaliteit van deze poëzie door.’
Nieuwsbrief 45 / 6 december
Nieuwsbrief 45 / 6 december
Daar ligt dat water
Daar ligt dat water
Er zit poëzie in ons landschap. Dankzij de herinneringen van Jan Loogman, ingebed in de versregels van Beets, Gorter of Willem van Toorn - zoals het water vroeger tussen de polders, het graan tussen keurig rechte regels-, zien ook wij ‘hoe het schittert, het schitterspreekt, schittertrompettert in de lucht’. Zelfs met de herrie van tegenwoordig dat rijmt op het 'getverderrie' van Ivo de Wijs.
Inge Boulonois
Inge Boulonois
Inge Boulonois combineert haar poëzie graag met een aantal min of meer bekende kunstwerken, inspiratie werkt naar beide kanten. Dat krijg je ervan als je als schilder opgeleid bent maar met woorden je net zo gemakkelijk kunt uiten. Een voorpublicatie uit een nieuwe, nog te verschijnen, bundel met de prachtige titel 'Voor waar genomen'. Een lust voor het oog.
Nele Buyst - Regels
Nele Buyst - Regels
Hettie Marzak vindt de bundel ‘Regels’ van Nele Buyst een geslaagd debuut: ‘Het individu zoekt in de gedichten van Buyst een manier om zich te verenigen met de opgelegde wetten van de massa, schurkt zich erlangs, wijkt er weer van weg en vloeit weer samen met de bestaande regels in een trage dans van aantrekken en afstoten. Gaandeweg ontstaat er een symbiose waarin het individu zich dreigt te verliezen.’
"Poëzie is mijn levensader."
"Poëzie is mijn levensader."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het dertigste gesprek, met Karel Wasch. Zijn columns beschrijven ontmoetingen met literaire figuren, die hij heeft gekend. “Het is niet zo’n makkelijk genre. De meeste columns bevatten eindeloos gezeur over de hond, de vrouw of aardappelen. Ik ben daar niet in geïnteresseerd. Als ik ga zeuren stop ik ermee. “
Anne Vegter - Big data
Anne Vegter - Big data
De gedichten in de bundel ‘Big data’ van Anne Vegter haken zich niet in het vlees van Peter Vermaat: ‘De indruk die ik aan deze bundel overhoud is die van een overdaad aan kabbelende, babbelende taal, waarin zich heel af en toe een niet alledaags doorkijkje opent, maar die verstoken blijft van vergezichten en – wat voor deze lezer vooral belangrijk is – betoverende taal.’
Stefaan Pauwels
Stefaan Pauwels
Stefaan Pauwels maakt poëzie die in je hoofd verder gaat of zoals hij het dicht, “woorden die een spiraal van mineralen zouden maken als een kolk in een schelp”. Niet alleen zijn taal is mooi, het ritme danst, de thematiek is intrigerend. Het beeld van ‘dat nummer op een briefje, in mijn broekzak, tussen twee vingers’ blijft je bij.
Marc Eyck - In fragment
Marc Eyck - In fragment
‘In fragment’ van Marc Eyck is volgens Maurice Broere een evenwichtige bundel met boeiende gedichten over uiteenlopende onderwerpen: ‘De dichter weet je te boeien door de variatie in dichtvormen, klassieke elementen, verwijzingen naar de Bijbel, de klassieken en zelfs de middeleeuwen. Eyck houdt er origineel taalgebruik op na.'
Nieuwsbrief 44 / 29 november
Nieuwsbrief 44 / 29 november
Zelfportret van de dichter als wortel
Zelfportret van de dichter als wortel
Rogier de Jong is dichterlijk gezien een kind van de Zestigers. Deze werden door Bernlef aan boord gehesen van het ‘nieuwe realisme’ en voor hem was Marianne Moore daar de voorloper en het boegbeeld van. Maar wie was Marianne Moore eigenlijk? ‘Haar helder parlando is de beste, zo niet de enige manier om de wereld om me heen te beschrijven’, zegt onze columnist.
Juryrapport Rob de Vos-prijs -  poëziewedstrijd Meander 2020
Juryrapport Rob de Vos-prijs - poëziewedstrijd Meander 2020
Vandaag publiceren wij het juryrapport naar aanleiding van onze poëziewedstrijd: de Rob de Vos-prijs 2020. Hoeveel dichters namen deel aan de wedstrijd? Hoe werd het thema benaderd? Wat vond de jury van de inzendingen? Wie waren eigenlijk de leden van die jury? Hoe was het gesteld met de kwaliteit van de gedichten? Kortom: antwoord op alle vragen.